We gaan naar de markt.

Onderwerp:
de markt
Door: Angelique van Kempen
Laatst bewerkt op: 12 december 2024
Tijdens dit lab maken de kinderen kennis met de markt. Wat is een markt? Welke marktkramen zijn er? Wat kan je er doen? Wat kan je er kopen? Hoe betaal je?

Handig!

Liedjes

Thuiskaart
Lab: We gaan naar de markt.

We gaan naar de markt.
Wat doe je?
Ga met papa of mama of opa of oma naar de markt en neem de bingokaart en een potlood mee. Markten in de buurt: woensdag Hendrik Ido Ambacht, donderdag Zwijndrecht, vrijdag Barendrecht en zaterdag Dordrecht.

Oefen deze woorden thuis

  • de markt
  • de kraam
  • het geld
  • verkopen
Proefje
We gaan naar de markt. Op de bingokaart staan verschillende producten welke op de markt gekocht kunnen worden. Zoek bij elk product de juiste marktkraam. Volle kaart? Yes bingo! Stuur een foto van het uitstapje naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. Dan kunnen wij een leuk bericht op social media plaatsen.
Lab: We gaan naar de markt.

Benodigdheden

1. Geurenkokers "kruidentuintje". 10 verschillende lege flesjes, met ruikopeningen aan de bovenzijde, kruiden: tijm, rosemarijn, munt, kaneel en basilicum2. Lekkere ... te koop! Er is een marktkraam nagebootst, met diverse producten: kaas, groenten, noten, fruit, betaalmogelijkheden: kassa, pinapparaat en geld. 3. De groentenboer.Grabbelton (wasteil van de Action) met snippers papier, bloemkool, paprika, kiwi, kokosnoot, pastinaak. Deze producten zijn gesneden om te kunnen proeven. 4. De bakkerskraam. Diverse bakkersproducten: boterham, stokbrood, pistolet, triangel, zacht puntje en krentenbol. Diverse meetmaterialen: meetlint, liniaal, duimstok en rolmaat. Diverse weegmogelijkheden: digitale weegschaal, analoog weegschaal en evenwicht weegschaal. 5. De snoepkraam. Verschillende gelamineerde vellen met de vormen van een spek (ruit), een toffee en lolly. (zie bijgevoegd voorbeeld) spuitzak, scheerschuim en kleurenvloeistof 6. De stroopwafelkraam. Brooddeeg (zout, olie, water, bloem), cirkel (om vorm uit te drukken) schaaltje, relief wafel, bruine verf en deegrollers 7. Waar koop je wat? 3 canvas lijsten, met klittenband, producten gelamineerd van de kaasboer, de slager en de dierenkraam. 8. Ik wil er daar ... van: 4 glazen ovenschalen, gelamineerd vel met cijfers erop (zie bijgevoegd voorbeeld), 4 glazen. 

  • Kring openen

    We nemen je de aanwezige mee naar de markt. De kring wordt geopend met allerlei soorten verpakkingen, waarin producten op de markt worden ingepakt en meegeven aan de klant. Voorbeelden van verpakkingen: bakkerskraam, viskraam, snoepkraam, de stroopwafel kraam, de vleeskraam, de kaas- en worstkraam, de notenkraam. Producten van de markt liggen in de kring. Waarin zou wat verpakt worden? En waarom? Als er iets gekocht wordt, mag je dit zomaar meenemen? Nee, daarvoor moet betaald worden. Bij de ene kraam is dit met contant geld (munten en/of briefgeld) of er kan contactloos voldaan worden (d.m.v. een pinbetaling).  In de eerste kring zou ook het naspelen van "aankopen doen bij een marktkraam" voorgedaan kunnen worden. 

  • Tips

  • Benodigdheden

    1. Geurenkokers "kruidentuintje". 10 verschillende lege flesjes, met ruikopeningen aan de bovenzijde, kruiden: tijm, rosemarijn, munt, kaneel en basilicum2. Lekkere ... te koop! Er is een marktkraam nagebootst, met diverse producten: kaas, groenten, noten, fruit, betaalmogelijkheden: kassa, pinapparaat en geld. 3. De groentenboer.Grabbelton (wasteil van de Action) met snippers papier, bloemkool, paprika, kiwi, kokosnoot, pastinaak. Deze producten zijn gesneden om te kunnen proeven. 4. De bakkerskraam. Diverse bakkersproducten: boterham, stokbrood, pistolet, triangel, zacht puntje en krentenbol. Diverse meetmaterialen: meetlint, liniaal, duimstok en rolmaat. Diverse weegmogelijkheden: digitale weegschaal, analoog weegschaal en evenwicht weegschaal. 5. De snoepkraam. Verschillende gelamineerde vellen met de vormen van een spek (ruit), een toffee en lolly. (zie bijgevoegd voorbeeld) spuitzak, scheerschuim en kleurenvloeistof 6. De stroopwafelkraam. Brooddeeg (zout, olie, water, bloem), cirkel (om vorm uit te drukken) schaaltje, relief wafel, bruine verf en deegrollers 7. Waar koop je wat? 3 canvas lijsten, met klittenband, producten gelamineerd van de kaasboer, de slager en de dierenkraam. 8. Ik wil er daar ... van: 4 glazen ovenschalen, gelamineerd vel met cijfers erop (zie bijgevoegd voorbeeld), 4 glazen. 

  • Meertaligheid

Proefjes

Geurenkokers "kruidentuintje".

Proefje

Geurenkokers "kruidentuintje".
Lab: We gaan naar de markt.

Wat doe je?

Op de tafel staan meerdere flesjes met kruiden erin. Pak een fles, ruik eraan en kijk wat je ziet.

Wat zeg je?

Welke flesje kies jij? Ruik eens aan de opening, waar ruikt het naar? Hoe vind jij dit ruiken? Ruikt dit lekker of ruikt dit vies? Waar zou je het voor kunnen gebruiken?

Lekkere ... te koop!

Proefje

Lekkere ... te koop!
Lab: We gaan naar de markt.

Wat doe je?

Jullie zijn op de markt en staan bij een marktkraam. Er is een klant en er is een verkoper. Wie is er wat? De klant wil iets bij de marktkraam kopen en vertelt aan de verkoper wat hij/zij wilt. De verkoper pakt de producten in en geeft dit aan de klant. De klant moet voor de producten betalen. Hoeveel kost het? Hoe gaat de klant betalen?

Wat zeg je?

Bij deze activiteit is het belangrijk dat er wordt uitgelegd wat er bij een marktkraam wordt gezegd. Hoe spreek je een klant aan? Hoe help je een klant? Als de klant een keuze heeft gemaakt en klaar is met zijn "wensen" wat zeg je als verkoper? Zie het onderstaande voorbeeld. Voorbeeld: Goedendag, kan ik u ergens mee helpen? Ik zou graag 3 bananen willen, 4 aardappels en 3 appels. Is dat alles? Ja dat is alles. Wilt u een tasje? Ja graag. Dat is dan 10 euro. Wilt u contant of met de pinpas betalen? Graag contant, alstublieft. U krijgt nog wisselgeld. Fijne dag nog.

De groentenboer.

Proefje

De groentenboer.
Lab: We gaan naar de markt.

Wat doe je?

In de grabbelton zitten groenten en fruit verstopt. Het kind grabbelt in de grabbelton, vindt een stuk groenten of fruit en haalt het tevoorschijn. Laat het kind raden wat hij/zij tevoorschijn haalt. Waar lijkt het op? Wat is het? Hoe voelt het?

Wat zeg je?

Voor de ouder/verzorger: de producten zijn bloemkool, paprika, komkommer, kiwi, kokosnoot, pastinaak. Welk product heeft het kind gegrabbeld? Wat is het? Hoe voelt het? Hoe proeft het? Op de tafel staan de producten gesneden om geproefd te worden. Hoe ziet het er gesneden uit?

De bakkerskraam.

Proefje

De bakkerskraam.
Lab: We gaan naar de markt.

Wat doe je?

Op de tafel liggen diverse bakkersproducten: boterham, stokbrood, pistolet, triangel, zacht puntje en krentenbol. Diverse meetmaterialen: meetlint, liniaal, duimstok en rolmaat. Diverse weegmogelijkheden: digitale weegschaal, analoog weegschaal en evenwicht weegschaal. Het kind gaat onderzoeken hoe de producten van elkaar verschillen. Het kind kan de producten meten en/of wegen.

Wat zeg je?

Wat is het grootste product? Wat is het kleinste producten? Welke vormen hebben de producten? Welk product is het zwaarst? Welk product is het lichts?

De snoepkraam.

Proefje

De snoepkraam.
Lab: We gaan naar de markt.

Wat doe je?

Kies een vorm: een spek (ruit), een toffee of een lolly. Kies een kleur spuitzak gevuld met gekleurd scheerschuim. Het kind spuit de vorm over.

Wat zeg je?

Welk snoepje wil jij maken? Welke kleur wordt het snoepje?

De stroopwafelkraam.

Proefje

De stroopwafelkraam.
Lab: We gaan naar de markt.

Wat doe je?

Pak een bolletje brooddeeg. Het kind maakt het brooddeeg plat met de deegroller. Het kind drukt er een cirkel uit met een glas. Het kind maakt het relief van een stroopwafel erin. Zie het voorbeeld van een echte stroopwafel op de tafel. Bekijk samen het relief. Welke kleur heeft een stroopwafel? Het kind schildert de koek bruin.

Wat zeg je?

Wat voor koek ga je maken? Hoe wordt een stroopwafel gemaakt? Wat zit er tussen de tweedelen koek in? Welke kleur heeft een stroopwafel?

Waar koop je wat?

Proefje

Waar koop je wat?
Lab: We gaan naar de markt.

Wat doe je?

Er staan 3 canvas lijsten, met klittenband. Het kind pakt een gelamineerd product en hangt deze op bij de kraam waar je het product kunt kopen.

Wat zeg je?

Welk product kies je? Bij welke marktkraam hoort dit product? Wat kan je nog meer kopen bij deze marktkraam?

Ik wil er daar ... van

Proefje

Ik wil er daar ... van
Lab: We gaan naar de markt.

Wat doe je?

Het kind gaat voor een glazen ovenschaal zitten. Onder de glazen ovenschaal ligt een blad met de telrij van 1 t/m 10. De ouder/verzorger stelt de vraag: ik wil graag 3 appels kopen? Het kind gaat met het glas door het donkere water op zoek naar het cijfer 3. De ouder/verzorger blijft dit herhalen tot aan het cijfer 8.

Wat zeg je?

Voorbeeldvragen: ik wil graag 2 stroopwafels kopen? Mag ik 5 kiwi's bij u kopen? Ik wil graag 1 kippenpoot kopen. Wanneer het kind alle cijfers heeft gevonden is de activiteit klaar.

    Plaats een reactie

    U dient in te loggen om een reactie te plaatsen.