Wij gaan boodschappen doen in de supermarkt

Onderwerp:
het boodschappenlijstje
Door: Ingrid de Vries
Laatst bewerkt op: 11 december 2024
Vandaag gaan we boodschappen doen in de supermarkt. Hiervoor hebben we een boodschappenlijstje nodig. In de supermarkt gaan we op zoek naar onze boodschappen. Als we alles van ons boodschappenlijstje hebben gevonden, dan gaan we afrekenen bij de kassa.

Handig!

Liedjes

Thuiskaart
Lab: Wij gaan boodschappen doen in de supermarkt

Wij gaan boodschappen doen in de supermarkt
Wat doe je?
Jullie gaan samen een boodschappenlijstje maken. Schrijf/ teken samen met je kind op een boodschappenlijstje wat je allemaal nodig hebt om samen het lievelingseten van je kind te maken. Je kunt eventueel ook gebruik maken van reclamefolders. (Je kunt deze ook uitknippen en op het boodschappenlijstje plakken) . Pak je boodschappentas, het boodschappenlijstje, je portemonnee en ga met je kind naar de supermarkt, om de benodigdheden te kopen. Telkens wanneer je een product in de kar hebt gedaan, streep je het door op je boodschappenlijstje. Ga samen naar de kassa en laat je kind afrekenen. Thuis ga je dan samen het lievelingseten klaar maken.

Oefen deze woorden thuis

  • afrekenen
  • de portemonnee
  • de kassa
  • het boodschappenlijstje
  • pinnen
Proefje
Gebruik bij deze activiteit vooral de volgende woorden: het boodschappenlijstje, de portemonnee, de kassa, afrekenen, contant geld of pinnen.
Lab: Wij gaan boodschappen doen in de supermarkt

Benodigdheden

  • Kring: de boodschappentas, het boodschappenlijstje, de portemonnee, contant geld (briefgeld en muntgeld) pinpas, potlood. 
  • Proefje 1:  praatplaat (Bas) van de supermarkt.  Deze is ook op google te vinden. 
  • Proefje 2:  Een boodschappenlijstje maken m.b.v. reclamefolders van de supermarkt (zie bijlage voor een format wat je kunt gebruiken om de boodschappen op te schrijven, plakken)  Verder: Folders uit de supermarkt, scharen, plakstiften, stiften of potlood voor de kinderen die de boodschap zelf willen schrijven.
  • Proefje 3: De supermarkthoek. Boodschappenlijstje, miniatuur boodschappen of lege verpakkingen, winkelkarretje of winkelmandje,  boodschappentas, portemonnee met geld (munten en papiergeld)  en pinpas, kassa.
  • Proefje 4: Supermarkt memory.  Zie bijlage supermarkt memory.  De bakwoorden komen in de memory terug.
  • Proefje 5: Boodschappen sorteren. Zie de bijlage voor afbeeldingen van de 5 verschillende afdelingen. 5 hoepels (voor elke afdeling 1) Een mand met verschillende miniatuur producten of afbeeldingen van producten die gesorteerd kunnen worden in de juiste afdeling.   
  • Proefje 6: Kimspel. Wat is er weg. Echte of speelgoedboodschappen, aangevuld met o.a portemonnee, pinpas  en een doek om de spullen af te dekken. 
  • Kring openen

    • We komen binnen en 1 van ons heeft de boodschappentas in onze hand. In de boodschappentas zit een portemonnee met contant geld, zowel munten als briefjes en de pinpas. In onze tas zit ook een boodschappenlijstje en een potlood. We vullen het boodschappenlijstje nog verder aan. We zijn met 2 professoren en spelen het volgende rollenspel uit.
    • 1) Hé wat ga jij doen? Waarom heb jij je jas aan en een boodschappentas bij je? 
    • 2) Het is vandaag ........dag en dan doe ik altijd de boodschappen in de supermarkt.
    • 1) O, en wat ga je kopen dan?
    • 2) Ik kan je mijn boodschappenlijstje wel even voorlezen.........(pakt de boodschappenlijst erbij.....en leest voor) 
    • 1) Waarom schrijf je dat allemaal op?
    • 2) Dan vergeet ik niets.
    • 1) Heb je ook aan iets lekkers gedacht? 
    • 2) Wat vind jij lekker dan? dan schrijf ik dat nog even bij op mijn lijstje. Zo klaar!
    • 1) Ik zie dat er nog meer in je tas zit?
    • 2) Ja, dat klopt, want ik heb ook nog een portemonnee met contant geld en mijn pinpas bij me. Want daarmee kan ik bij de kassa de boodschappen gaan afrekenen.
    • 1) Wat is dat? contant geld?
    • 2) Contant geld, dat kan briefgeld of munten zijn. (deze worden uit de portemonnee gehaald, benoemd en gelaten zien) 

     

    • Dan gaan we de interactie met de kinderen aan en stellen de volgende vragen:
    • - Hebben jullie ook wel eens boodschappen samen met papa of mama gedaan?
    • - Maken jullie dan ook een boodschappenlijstje?
    • - Heeft iemand van jullie al eens zelf mogen afrekenen bij de kassa?
    • - Heb je toen contant betaald of met de pinpas?
    • Vandaag gaan wij allerlei proefjes doen die te maken hebben met boodschappen doen in de supermarkt. 
  • Tips

    Je kunt ook in de kring samen met de kinderen het boodschappenlijstje maken, of evt aanvullen. Je kunt op bezoek gaan naar de supermarkt en dan de boodschappen van het boodschappenlijstje gaan opzoeken en afrekenen 

  • Benodigdheden

    • Kring: de boodschappentas, het boodschappenlijstje, de portemonnee, contant geld (briefgeld en muntgeld) pinpas, potlood. 
    • Proefje 1:  praatplaat (Bas) van de supermarkt.  Deze is ook op google te vinden. 
    • Proefje 2:  Een boodschappenlijstje maken m.b.v. reclamefolders van de supermarkt (zie bijlage voor een format wat je kunt gebruiken om de boodschappen op te schrijven, plakken)  Verder: Folders uit de supermarkt, scharen, plakstiften, stiften of potlood voor de kinderen die de boodschap zelf willen schrijven.
    • Proefje 3: De supermarkthoek. Boodschappenlijstje, miniatuur boodschappen of lege verpakkingen, winkelkarretje of winkelmandje,  boodschappentas, portemonnee met geld (munten en papiergeld)  en pinpas, kassa.
    • Proefje 4: Supermarkt memory.  Zie bijlage supermarkt memory.  De bakwoorden komen in de memory terug.
    • Proefje 5: Boodschappen sorteren. Zie de bijlage voor afbeeldingen van de 5 verschillende afdelingen. 5 hoepels (voor elke afdeling 1) Een mand met verschillende miniatuur producten of afbeeldingen van producten die gesorteerd kunnen worden in de juiste afdeling.   
    • Proefje 6: Kimspel. Wat is er weg. Echte of speelgoedboodschappen, aangevuld met o.a portemonnee, pinpas  en een doek om de spullen af te dekken. 
  • Meertaligheid

    Met de anderstalige leerlingen, doen we pré-teaching over het onderwerp  met ondersteuning van de praatplaat, gebruiken we de concrete materialen van de bakwoorden en andere producten uit de supermarkt.  hierbij maken we ook gebruik van  de bakwoorden. 

Proefjes

Praatplaat Bas: de supermarkt

Proefje

Praatplaat Bas: de supermarkt
Lab: Wij gaan boodschappen doen in de supermarkt

Wat doe je?

Je bekijkt samen met je kind, het groepje, de praatplaat van Bas. Onderaan de praatplaat staan verschillende "losse" plaatjes. Deze bespreek je en benoem je. Dan ga je samen met je kind/ het groepje kijken of je het "losse plaatje" ook terug kunt vinden in de praatplaat. Daarnaast bespreek je de verschillende afdelingen die je ziet in de winkel. Bekijk je of je nog meer bijzonderheden ziet op de plaat.

Wat zeg je?

Je bekijkt samen de praatplaat. Je zegt het volgende / je stelt de volgende vragen: - Wat zien we hier op deze plaat? - Waar zijn we hier? - Wat zie je allemaal? - Kijk eens hier onderaan de plaat, daar staan losse plaatjes, (je wijst elk plaatje aan en laat het kind antwoord geven) Weet het kind het niet, dan zeg je het voor. - De juf had vanmorgen een portemonnee bij zich. Is er iemand in deze winkel die ook een een portemonnee bij zich heeft? - Wie ziet er een boodschappentas? Hoeveel tassen zie je in de winkel? - Zie je mensen die een boodschappenlijstje bij zich hebben? Is het een lange lijst? - Waar kun je kaas halen in deze supermarkt? - Welke producten verkopen ze nog meer? - Wat vind jij leuk om te kopen in de supermarkt? Kun je dat ook in deze supermarkt vinden? - Als ik boterhamworst wil hebben, waar moet ik dan in deze winkel zijn? - Waar kan ik de hagelslag, melk, het brood etc vinden? - waar moet ik mijn winkelwagen terug zetten als we klaar zijn?

We maken een boodschappenlijstje

Proefje

We maken een boodschappenlijstje
Lab: Wij gaan boodschappen doen in de supermarkt

Wat doe je?

Je kind knipt, de plaatjes van producten uit. Deze plak je op het boodschappenlijstje. Je kind mag het ook opschrijven, of er onder krabbelen. Laat de producten die ze uitknippen benoemen.

Wat zeg je?

We gaan boodschappen doen in de supermarkt. We moeten een boodschappenlijstje maken. Wat hebben we nodig? Wat moeten we kopen? Waar staat het in de folder? Hoe heet dit? Zijn we nog iets vergeten?

De supermarkthoek

Proefje

De supermarkthoek
Lab: Wij gaan boodschappen doen in de supermarkt

Wat doe je?

Rollenspel in de supermarkt. Je speelt samen met het kind/ groepje dat je naar de supermarkt gaat. Je hebt je boodschappentas en je boodschappenlijstje bij je. Je gaat verschillende producten pakken en kopen. Je gaat naar de kassa en gaat afrekenen.

Wat zeg je?

Wat staat er allemaal op ons boodschappenlijstje? Waar kunnen we de boodschappen vinden? Hebben we alles van het boodschappenlijstje gevonden? We gaan afrekenen bij de kassa. Gaan we met contant geld betalen of gaan we pinnen? Passen al onze boodschappen in onze boodschappentas.

Boodschappen memory

Proefje

Boodschappen memory
Lab: Wij gaan boodschappen doen in de supermarkt

Wat doe je?

Je bekijkt samen eerst de afbeeldingen van de memory en laat ze benoemen. Wanneer dit lastig is, benoem je zelf de afbeeldingen. Vervolgens draai je de afbeeldingen om zodat de plaatjes naar beneden liggen. Dan draait het kind 2 plaatjes om en benoemt wat hij/zij ziet. Is het hetzelfde dan mag het kind de plaatjes pakken en houden. En dan mag het nog een keer. Is het onjuist, dan worden de plaatjes weer op dezelfde plek terug gelegd met de afbeelding naar beneden. Je kunt het spel makkelijker en moeilijker maken door meer of minder plaatjes neer te leggen.

Wat zeg je?

Wij gaan een memory doen. We hebben hier een aantal plaatjes en telkens zijn er 2 dezelfde. Kijk maar..... Dit is ....... ( je gaat even alle plaatjes langs en laat ze benoemen, lukt dit niet, of geeft het kind een fout antwoord, dan verbeter je het kind door te zeggen, hier zie je ...... een portemonnee, afrekenen, pinnen, de groente en fruitafdeling Nu gaan we de plaatjes naar beneden draaien en husselen we alles door elkaar. Om de beurt mag je 2 plaatjes omdraaien. Zijn ze dezelfde dan mag je ze houden en dan mag je nog een keer. Zijn de plaatjes niet hetzelfde dan leg je ze weer met de plaatjes naar beneden en dan mag de volgende.

Boodschappen sorteren (per afdeling)

Proefje

Boodschappen sorteren (per afdeling)
Lab: Wij gaan boodschappen doen in de supermarkt

Wat doe je?

Alle boodschappen liggen in een mand. Leg 5 hoepels klaar en laat de kinderen sorteren welke producten bij elkaar in de winkel liggen. Bij elke hoepel ligt een plaatje van de juiste afdeling. (groente/fruit, vlees, zuivel, brood en overige)

Wat zeg je?

In de supermarkt zijn verschillende afdelingen, waar je je boodschappen kunt vinden. Kijk ze heten: de groente/fruit afdeling, de vlees afdeling, zuivel (deze producten staan vaak in de koeling, omdat ze koel moeten blijven) de brood afdeling en dan heb je nog een afdeling met overige producten, bijv snoep, shampoo ... Wij hebben hier 5 hoepels en dat zijn onze afdelingen. In onze winkel hebben we ........de groente/fruit afdeling, de vlees afdeling, zuivel, de brood afdeling en overig. (In elke hoepel leg je de afbeelding van de afdeling neer) In deze mand zitten allerlei producten. We gaan bekijken hoe het heet en bij welke afdeling het hoort.

Kimspel; Wat is er weg

Proefje

Kimspel; Wat is er weg
Lab: Wij gaan boodschappen doen in de supermarkt

Wat doe je?

Je bekijkt en bespreekt samen wel boodschappen / benodigheden om boodschappen te doen er op tafel liggen. Je legt 5 producten op tafel ( hiermee kun je variëren in aantal) Dan dek je de spullen af met een doek. De kinderen doen hun ogen dicht. Jij pakt 1 van de voorwerpen weg. De kinderen doen de ogen open en jij haalt de doek weg. Je geeft iemand de beurt en vraagt wat is er weg. (Moeilijker maken...... haal twee of meer dingen weg) Je kunt ook een kind de beurt geven om iets weg te pakken.

Wat zeg je?

Wat ligt er allemaal op tafel. Hoe heet het. En kun je dit in de supermarkt vinden? Of heb je deze dingen nodig om boodschappen te gaan doen? Ik leg er 5 op tafel. En het kleed er over heen. (de rest schuif ik even aan de kant) Jullie doen je ogen dicht. Ik pak 1 ding weg. Ik geef zo meteen aan iemand de beurt om te vertellen wat ik heb weg gepakt

    Plaats een reactie

    U dient in te loggen om een reactie te plaatsen.