Pas op, niet vallen! Nee, niet doen dat is scherp. Niet in je mond doen! Nee, ik ruik niet aan je vinger! Hou daar nou eens mee op, zo wordt het een rommeltje. Niet met je vingers in de saus, dat is vies.’
Alle ouders herkennen deze zinnen. En soms zijn deze begeleidende zinnen ook nodig om een kind veilig op te laten opgroeien. Vaak zijn het ook belemmeringen in het natuurlijke nieuwsgierige proces van kinderen. En dát is precies waar het Peuterlab en Kleuterlab op inspelen.
Aan het begin van de basisschool zijn al duidelijk verschillen tussen kinderen te zien op het gebied van beheersing van de schooltaal, het Nederlands. Er kan sprake zijn van taalongelijkheid en/of een achterstand die vaak al in de voorschoolse periode ontstaat en gedurende de basisschool niet (volledig) worden ingehaald/gecompenseerd[1].
De familiecontext (o.a. thuistaal en opleidingsniveau van ouders) en de kwaliteit en kwantiteit van verbale interacties die kinderen thuis ervaren, speelt daarin een grote rol[2] .
Het stimuleren van de mondelinge taalontwikkeling van jonge kinderen is een sleutelfactor in de taalontwikkeling[3] .
Ouders met een lager opleidingsniveau en minder taalvaardigheid, zijn minder bekend met deze talige stimulans aan kinderen. Er vindt in deze gezinnen vaak minder interactie tussen ouder en kind plaats dan in gezinnen met een hoger opleidingsniveau en een hogere taalvaardigheid van ouders. Zo ontstaan grote verschillen in de taalvaardigheid tussen kinderen.
[1] Ledoux, G., Roeleveld, J., Driessen, C., Cuppen, J., & Meijwer, J. (2011), Prestaties en loopbanen van doelgroepleerlingen in het onderwijsachterstandenbeleid. Stand van zaken en ontwikkelingen in de periode 1994-2007.
Amsterdam/Nijmegen: Kohnstamm Instituut/ITS.
[2] Teepe, R. (2018). Enhancing preschooler’s vocabulary through family literacy prgograms. https://hdl.handle.net/11245.1/a4d8b533-4d09-45f1-829d-16615597974e
[3] Verhoeven, L., & Van Leeuwe, J. (2008). Predictors of tekst comprehension development. Applied Cognitive Psychology, 22, 407-423.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de volgende strategieën het meest effectief zijn om ouders te leren hoe zij kunnen bijdragen aan de (mondelinge) taalontwikkeling van hun kind:
1. Laagdrempelige ouder-kind activiteiten
2. ‘Praat- en spel’ activiteiten waarin taal- en responsieve communicatiestrategieën gebruikt worden
3. Activiteiten die aansluiten bij het taal- en kennisniveau van de ouder
Van der Pluijm, M. (2020). At home in language. Design and evaluation of a partnership program fot teachers with lower educated parents in support of their young children’s language development. Rotterdam: Hogeschool Rotterdam: Kenniscentrum Talentontwikkeling.
Uitgangspunten Thuis in Taal
De uitgangspunten van Thuis in Taal vormen de kern van het Peuterlab en Kleuterlab. Deze zijn ontwikkeld tijdens het promotieonderzoek van Dr. Martine van der Pluijm.
Uitgangspunten
Ouders en kinderen worden tijdens het Peuterlab en Kleuterlab op een laagdrempelige manier uitgedaagd om met allerlei materialen samen te ontdekken. Met de proefjes, spelletjes en opdrachten leren kinderen nieuwe woorden en doen ouders vaardigheden op.
Tijdens het Peuterlab en Kleuterlab oefenen ouders met het stimuleren van de taalontwikkeling van hun kind. Zij worden daarbij gecoacht door de Professor en de leerkracht of pedagogisch medewerker van de groep. De Professor werkt nauw samen met de medewerkers van de locatie, o.a. bij de werving van ouders, bij de keuze van het thema en de experimentjes en bij het coachen van ouders tijdens het Peuterlab en Kleuterlab.
Het Peuterlab en Kleuterlab
Van Beethovensingel 126
3133 EA Vlaardingen
T: 010 - 23 22 111
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.